Wat een fantastisch stadje is Villa de Leyva. Sander zegt: “Hier zou ik wel kunnen wonen”. En dit is bijzonder om uit zijn mond te horen, want Sander wil eigenlijk alleen maar in Rotterdam wonen. Vraag mij niet waarom. De rit naar Villa de Leyva was iets minder, maar dat hoort erbij. Na een lange zit (wel fijn voor mijn spierpijn van Chicaque National Park) met de Transmilenio hadden we vrij snel de bus naar Tunja. In verschillende reisgidsen staat dat er een directe bus is naar Villa de Leyva, deze is er niet. Je moet dus eerst de bus naar Tunja en daar overstappen. Al na 15 minuten stopte de bus bij een benzinestation. Panne. Na 30 minuten gingen we vol goede moed weer op pad. Na uurtje rijden reden we weer de oprit van een benzinestation op. Dit keer moesten we uit de bus en wisselen van bus. Eenmaal in Tunja aangekomen, konden we gelukkig snel richting Villa de Leyva in een kleinere mini-bus. We kregen direct het reisgevoel. Achterin zittend, haren wapperend, kijkend naar de voorbijrazende natuur en snel pratende Colombianen.
Guesthouse in Villa de Leyva
Na onze enerverende reis waren we blij toen we aankwamen bij Renancer Guesthouse. Op aanraden van Leana van Kozii Hostels. Ze had voor ons gebeld en een kamer gereserveerd. Het is een guesthouse waar je ook dorms hebt. Maar absoluut geen party hostel. Het ligt op ongeveer 15 a 20 minuten lopen (met aan het eind een flink stuk omhoog) van het centrum van Villa de Leyva. Maar dit is het zeker waard, want het is een mooie groene en relaxte plek. Wij hadden een fantastische grote kamer met mooi uitzicht. Een plek muy tranqilo. Een habication privado kost daar 80.000 COP zonder ontbijt. Kamer nummer 5 is volgens ons een hele goede kamer. Ook is er een gezamenlijk keuken. Dit is wel handig voor het maken van je ontbijt. Al kun je ontbijt ook bestellen. Naast ontbijt kun je er: avondeten, een kampvuur maken en vanuit het guesthouse wandelingen maken. Na het uitpakken van onze tassen en korte opfrissessie, gingen we op pad!
Rondopen in Villa de Leyva
Villa de Leyva is een oud koloniaal stadje. Met veel witte huizen, oude keien en er wonen zo’n vierduizend mensen. De stad werd zelfs op 17 december 1954 tot nationaal monument verklaard om de typische architectuur te behouden. Villa de Leyva is vernoemd naar de eerste regent van Nieuw-Granada, Andres Diaz Venero de Leyva. De stichter van de stad is iemand anders. Herman Suares de Villabos stichtte de stad op 12 juni 1572.
Villa de Leyva heeft een hele aangename sfeer, zeker als het niet bomvol zit met hordes toeristen. Wil je de toeristenzwerm vermijden? Ga dan niet in het weekend. Veel Colombianen uit de omgeving gaan dan ook naar Villa de Leyva. Het Grote Plein (Plaza Mayor) is het meest bekend. Hier vind je de kerk en ook heel veel restaurantjes. Ook het Savia restaurant waar wij heerlijk vegetarisch hebben gegeten, zit daar vlakbij. Daarnaast is er veel in de omgeving te doen. Van paardrijden tot wandelen en wijnproeven.
Vegetarisch eten in Villa de Leyva
Na Bogota waren we benieuwd wat de eerste volgende stad voor ons in petto had qua vegetarisch eten. We werden niet teleurgesteld! We aten een heerlijke vegetarisch lunch bij Savia Restaurante. Ik had een tortilla met avocado, tomaat en smaakvolle salade. Sander had rijst met veel kruiden, limoen en linzen. De smoothie met frambozen en aardbei was ook heel erg lekker. In totaal waren we (inclusief 3 biertjes) 60.000 COP kwijt. We hoefden die avond niet meer eten, zo vol zaten we. Dus hadden we veel tijd om het even rustig aan te doen. Beetje uitbuiken van de vegetarische maaltijden.
De volgende avond aten we bij Renancer Guesthouse. Ook hier hadden ze vegetarische gerechten. Ik had een wrap en Sander wilde de sushi maar die was helaas op. Dus ook Sander aan de wrap. Niet heel bijzonder, maar wel lekker.
Wijntour in het Spaans “Eeeh que?”
Het guesthouse raadde ons – als wijnliefhebbers- de wijnproeverij aan. Wijnproeverij hoor ik je denken? Colombia staat inderdaad niet bekend om wijn, maar meer om koffie. Daarom vonden we het leuk om eens te kijken bij een Colombiaanse wijnproeverij. In Villa de Leyva is dus de (volgens mij enige) echte wijngaard in Colombia. De wijn heet daarom ook Villa de Leyva. Het is een vrij sterke en volle wijn, wist de jongen achter de receptie van het guesthouse ons te vertellen. Dus op naar de winery. We vroegen een taxichaffeur ons te brengen en te wachten. Dit kostte ons 30.000 COP. Mocht je trouwens echte Villa de Leyva wijn willen meenemen, koop hem dan in Villa de Leyva. Buiten Villa de Leyva konden we deze wijn nergens meer vinden.
Misschien ben ik af en toe te optimistisch. Maar een ding is zeker, mijn Spaans verbetert zich rapido. Al was een Spaanstalige wijntour wellicht iets teveel van het goede. Waarschijnlijk keek ik wel heel geïnteresseerd uit mijn ogen want onze guide bleef enthousiast verder vertellen. Sander volgde het een beetje. Vooral wanneer het woord vino werd genoemd uiteraard. Al met al een leuke ochtend, met uiteraard een proeverij! Gelukkig waren we met de taxi…